De federale regering heeft een akkoord bereikt over de invoering van een meerwaardebelasting op financiële producten. Deze nieuwe regeling heeft impact vanaf 1 januari 2026. Wat betekent dit concreet voor uw levensverzekering, beleggingsportefeuille of pensioensparen? Een overzicht van de belangrijkste punten:
Wat houdt de meerwaardebelasting in?
Vanaf 1 januari 2026 geldt een belasting van 10% op gerealiseerde meerwaarden op een brede waaier aan financiële producten. Dit geldt voor natuurlijke personen én sommige rechtspersonen, zoals vzw’s. Fiscaal erkende goede doelen zijn vrijgesteld.
- U betaalt belasting bij verkoop van een financieel product, op het gerealiseerde verschil.
- Er is een jaarlijkse vrijstelling van €10.000, cumuleerbaar tot €15.000 over vijf jaar.
- In de praktijk loont het om de vrijstelling jaarlijks te benutten.
- Als er roerende voorheffing van toepassing is, krijgt die voorrang op de meerwaardebelasting.
- Spaar- en termijnrekeningen, én producten uit de tweede en derde pensioenpijler, vallen buiten deze belasting.
Wat valt onder de belasting?
De regeling geldt voor meerwaarden op o.a.:
- Aandelen, obligaties, beleggingsfondsen, ETF’s
- Niet-fiscale levensverzekeringen (tak 21, tak 23)
- Cryptoactiva
- Buitenlandse valuta (incl. beleggingsgoud)
Wat met bestaande beleggingen?
- Enkel meerwaarden opgebouwd na 31 december 2025 worden belast.
- Voorbeeld: kocht u in 2020 een tak 23 voor €1.000, en is die op 31/12/2025 €1.250 waard? Verkoopt u in 2026 aan €1.500, dan wordt enkel de meerwaarde van €250 belast (indien u boven de vrijstelling uitkomt).
- Lag de waarde op 31/12/2025 lager dan uw aankoopprijs, dan mag u deze hogere aankoopprijs alsnog gebruiken (mits bewijs via aangifte).
Minwaarden?
Verlies gemaakt in 2026 mag worden afgetrokken van meerwaarden in datzelfde jaar. Historische verliezen vóór 2026 tellen niet mee.
Geen impact op tweede en derde pensioenpijler
Goed nieuws: fiscaal ondersteunde pensioenproducten blijven vrijgesteld, zoals:
- Pensioensparen
- Langetermijnsparen
- Groepsverzekeringen
- Zelfstandige pensioenplannen (VAPZ, IPT, POZ)
Levensverzekeringen in de vierde pijler wél belast
Vrij sparen bovenop de fiscale pijlers valt onder de nieuwe regels. Denk aan:
- Tak 23 zonder fiscaal voordeel
- Niet-fiscale tak 21 met looptijd > 8 jaar
Bij uitkering ná 2025 met meerwaarde, is de belasting van toepassing — tenzij er roerende voorheffing geldt.
Wie int de belasting?
- Bij verkoop via Belgische bank of verzekeraar wordt de belasting automatisch ingehouden.
- U kunt ook kiezen voor een opt-out, waarbij u zelf instaat voor aangifte. Voordeel: u benut meteen uw vrijstelling. Nadeel: u moet alles zelf aangeven én de fiscus wordt geïnformeerd.
Let op bij schenkingen en overlijden
- Geen belasting op het moment van overlijden.
- Wel bij latere verkoop van geërfde effecten, op basis van de waarde bij overlijden.
- Bij schenking blijft de oorspronkelijke aankoopprijs gelden. Documenteer daarom goed de waarde op 31 december 2025.
Wat kunt u doen?
- Overweeg om (een deel van) uw spaarinspanningen onder te brengen in fiscaal voordelige formules.
- Spreid verkopen over meerdere jaren om maximaal gebruik te maken van de vrijstelling.
- Bewaar aankoopbewijzen én de waarde op 31/12/2025.
- Breng eventuele minwaarden op in uw belastingaangifte van 2027
Waarom een tak 23 een slimme keuze kan zijn
In een tak 23-beleggingsverzekering gebeurt het actieve beheer binnen het product zelf. U blijft passieve houder, waardoor u niet als speculant wordt gezien. Het rendement blijft ongerealiseerd en dus onbelast, tot u het kapitaal effectief opvraagt.
Bovendien kunt u jaarlijks de vrijstelling van €10.000 benutten via een gedeeltelijke afkoop. De rest van de meerwaarde blijft uitgesteld — eventueel zelfs generatieoverschrijdend. Wij vertellen er u graag meer over!